TERUG NAAR OVERZICHT PUBLICATIES
Tijdens het ABN AMRO Cabaret 2014 gaf toenmalig voorzitter Gerrit Zalm een openingsact als zijn 'zuster' Priscilla Zalm. Het voltallige ABN AMRO personeel kreeg van deze fictieve hoerenmadam op hilarische wijze bedrijfstips over het runnen van de bank. Tijdens de act sprak Priscilla Zalm profetische woorden over de vragen van bankmedewerkers: "Ik krijg dus allerlei rare vragen... bijvoorbeeld: 'doet u aan witwassen?' Witwassen? Nee, ik ben geen bankier! En ik heb ook geen stomerij!".
Thans valt er voor ABN AMRO en de voormalig bestuursvoorzitter weinig meer te lachen. Medio april 2021 werd bekend dat staatsbank ABN AMRO in navolging van de ING een schikking heeft getroffen met het O.M., voor maar liefst 480 miljoen. Daarnaast is het O.M. ook een strafrechtelijk onderzoek begonnen naar voormalig leden van de raad van bestuur. De oud-minister van Financiën Gerrit Zalm, voormalig Staatssecretaris van Economische Zaken Joop Wijn en Chris Vogelzang zijn als verdachten aangemerkt. Allen worden verdacht van het feitelijk leidinggeven aan het overtreden van de Wwft door ABN AMRO. Symboolpolitiek en onnodig beschadigend voor alle betrokkenen of een terechte aanpak van lakse financiële poortwachters?
Welke overtredingen werden begaan?
In de tweede helft van 2019 zijn het Functioneel Parket, het Landelijk Parket en de FIOD een onderzoek gestart naar ABN AMRO, nadat signalen werden opgevangen dat er tekort werd geschoten in de poortwachtersfunctie. Ook de toezichthouder DNB had in het verleden diverse ernstige en verwijtbare overtredingen van de Wwft geconstateerd en daarbij handhavend opgetreden. Uit het onderzoek dat toepasselijk “Guardian” werd genoemd, volgde dat ABN AMRO ernstig tekort was geschoten in de naleving van de Wwft. Klantgegevens ontbraken, de herkomst van gegevens was onduidelijk en het cliëntonderzoek was niet naar behoren uitgevoerd. Vaak werd gebruik gemaakt van geautomatiseerde risico classificaties, waarbij het gebruik van cash onvoldoende werd meegenomen bij het vaststellen van een risicoprofiel. Ook een periodieke herbeoordeling van klanten werd – behoudens bijzondere ontwikkelingen - achterwege gelaten. Verder werden meldingen te laat bij de FIU ingediend omdat het transactiemonitoringsysteem structureel meer alerts genereerde dan de medewerkers konden afhandelen. Ten slotte werd nog geconstateerd dat oud-klanten met een “onacceptabele” risicoclassificatie na enige tijd gewoon opnieuw klant konden worden bij de bank.
Door deze gebreken acht het O.M. het vermoeden gerechtvaardigd dat sprake moet zijn geweest van een groot aantal gemiste signalen en meldingsplichtige ongebruikelijke transacties, die door ABN AMRO niet tijdig zijn onderkend. Ook is er een verwijt van schuldwitwassen. Het O.M. is van oordeel dat ABN AMRO redelijkerwijs had moeten vermoeden dat bepaalde geldstromen die via de bankrekeningen van haar klanten liepen afkomstig waren uit misdrijf. ABN AMRO zou diverse signalen hebben ontvangen over specifieke klanten die bij de bank een vermoeden van witwassen hadden moeten opleveren. In een publiek beschikbaar feitenrelaas worden talloze praktijkvoorbeelden gegeven.
Net als bij de ING-schikking worden de (vermeende) strafbare feiten door het O.M. toegerekend aan de rechtspersoon en organisatie als geheel. Bijzonder is dat uit het strafrechtelijk onderzoek naar voren zou komen dat drie natuurlijke personen uit de raad van bestuur vermoedelijk als feitelijk leidinggever betrokken zijn geweest bij het overtreden van de Wwft door ABN AMRO. Het O.M. geeft in een persbericht - in een bijzin - aan dat dit nog niet betekent dat zij ook daadwerkelijk vervolgd zullen gaan worden. Het O.M. gaat nog nader onderzoeken of er voldoende bewijs is dat daadwerkelijk strafbare feiten zouden zijn gepleegd. Na afronding van het onderzoek volgt een definitieve beslissing over de afdoening. Deze juridische nuances zullen het grote publiek waarschijnlijk niet bereiken. Men zal denken: waar rook is, is vuur. De reputatieschade zal voor alle betrokkenen al voelen als een veroordeling op zichzelf, zelfs al zal er ooit een sepot of vrijspraak volgen.
Vestzak, broekzak
Zoals het een behoorlijke (staats)bank betaamt is volledig meegewerkt met het onderzoek, is er onder strikt toezicht van DNB een herstelplan ontwikkeld en geïmplementeerd en wordt gewaarborgd dat de rol van poortwachter effectief wordt uitgeoefend. Interessant is dat het transactiebedrag van 480 miljoen is opgebouwd uit twee componenten. De hoofdsom bestaat uit een volgens het O.M. passend en geboden geachte boete van 300 miljoen. Bij het bepalen van de omvang is de ernst, omvang en duur van de feiten, de draagkracht en meewerkende houding meegewogen. De resterende 180 miljoen bestaat uit een theoretische ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ter hoogte van 180 miljoen euro. Hierbij is het O.M. uitgegaan van fictieve personeelskosten die ABN AMRO had moeten maken om aan de Wwft te voldoen. Dit is afgezet tegen de werkelijk gemaakte personeelskosten. Het bedrag dat ABN AMRO hiermee ten onrechte zou hebben bespaard is door het O.M. becijferd op 180 miljoen euro.
Bij aanvang van de vermeende pleegperiode, 1 januari 2014, was de Staat nog 100% aandeelhouder. De Staat heeft momenteel nog altijd 57% van de aandelen ABN AMRO in handen. Het komt in economische zin neer op een vestzak-broekzakoperatie. Of deze leedtoevoeging en voordeelsontneming door ABN AMRO daadwerkelijk wordt gevoeld valt te betwijfelen. ABN AMRO zal de resterende kosten van deze transactie en toekomstige Wwft compliance-kosten ongetwijfeld indirect doorberekenen en afwentelen op de klanten. De nieuwe tarieven voor bankproducten zijn recent al aangekondigd. Niet de private aandeelhouders maar de klanten zijn uiteindelijk het kind van de rekening.
Klassenjustitie?
Na de ING schikking volgden verwijten van klassenjustitie. Vanuit de politiek is sindsdien een traject ingezet om een hoge transactie - marginaal - te laten toetsen door een rechter. Voorheen werden hoge transacties alleen voorgelegd aan de Minister van Justitie en Veiligheid. In aanloop naar deze nieuwe wetgeving is op 4 september 2020 de Aanwijzing hoge transacties in werking getreden, waaruit volgt dat hoge transacties door een onafhankelijke toetsingscommissie worden getoetst. Deze commissie was van oordeel dat het O.M. in redelijkheid tot het aanbieden van de voorgenomen ABN transactie kon overgaan. In het advies wordt opgemerkt dat de commissie er gezien de meest recente informatie van het O.M. vanuit gaat dat wordt voldaan aan het uitgangspunt uit de Aanwijzing Hoge transacties, dat natuurlijke personen/feitelijk leidinggevers zo mogelijk (ook) worden vervolgd.
Obiter dictum: barbertje moet hangen
Het lijkt er sterk op dat het bevel strafvervolging tegenover de oud ING topman Ralph Hamers voor het O.M. nu de trigger is geweest voor het strafrechtelijk onderzoek naar de raad van bestuur van ABN AMRO. Op 9 december 2020 beval het gerechtshof Den Haag, ECLI:NL:GHDHA:2020:2347, de vervolging tegen de voormalig bestuursvoorzitter van ING. In deze beslissing achtte het Hof het van belang dat in een openbaar strafproces de norm wordt bevestigd dat ook bestuurders van een bank niet vrijuit gaan als zij feitelijke leiding hebben gegeven aan verboden gedragingen. De burger moet volgens het Hof kunnen zien dat ook dergelijk handelen door de overheid niet wordt geaccepteerd. In de woorden van het Hof: “Berechting heeft ook normbevestiging tot doel. Dat staat weer in verband met samenleven, met maatschappelijke solidariteit, met laten zien wat van belang is in onze samenleving en met wat wij niet willen als samenleving.”. De raadkamer beklagzaken van het Hof gaat met dit obiter dictum erg ver. De uitkomst van de artikel 12 beklagprocedure bij ING lijkt het O.M. aan te zetten om bij hoge transacties ook natuurlijke personen te vervolgen. Zelfs als het O.M. dat – zoals bij ING wegens onvoldoende bewijs – zelf niet opportuun acht.
Wat de uitkomst of vervolgingsbeslissing bij ABN AMRO uiteindelijk ook zal zijn, het leed is voor de betrokkenen al geschied. Gerrit Zalm en Chris Vogelenzang vertrekken als Commissaris respectievelijk CEO bij Danske Bank, de belangrijkste financiële instelling van Denemarken. Joop Wijn kan vooralsnog aanblijven als commissaris bij Schiphol, NIBC en verzekeraar ASR. De vraag is voor hoe lang. Het internet vergeet niets, de namen van betrokken zullen voor altijd besmet blijven door dit fraudeonderzoek. De vooroordelen van velen bepalen het imago van het individu. De reputatieschade – terecht of onterecht – is enorm. Bij monde van zijn advocaat liet Gerrit Zalm weten dat het besluit van het O.M. onnodig beschadigend is en dat hij zich niet herkent in de geformuleerde verdenkingen. Ook zou Zalm al eerder in het onderzoek in de hoedanigheid van getuige zijn gehoord, waarbij geen feit of omstandigheid zou zijn gebleken die het rechtvaardigen dat hij nu als verdachte is aangemerkt.
Poortwachtersfunctie
De focus op een ‘poortwachtersfunctie’ past in de trend dat de overheid haar controle- en opsporingstaak uit kostenoverwegingen steeds meer neerlegt bij private partijen zoals belastingadviseurs, banken, advocaten, notarissen en financiële instellingen. Een trend die naast de Wwft ook zichtbaar is in de toegenomen macht van toezichthouders, de uitbreiding van de BIBOB, de DAC6 meldplicht voor grensoverschrijdende constructies en het verplichte UBO-register. De wetgever legt een enorme regeldruk op private partijen. Dat ABN AMRO de gigantische hoeveelheid automatisch geselecteerde verdachte transacties niet kon verwerken is een direct gevolg van deze doorgeslagen compliance wetgeving. De suggestie van het O.M. dat ABN AMRO door laksheid 180 miljoen aan personeelskosten zou hebben ‘bespaard’ is al helemaal een gotspe. De controle- en opsporingsfunctie hoort net als het geweldsmonopolie thuis bij de Staat, niet bij burgers, ondernemers of andere private partijen. Het is de vraag wie anno 2021 nog in het bestuur van een bank zou willen zitten.
Een publicatie van: mr. Reinder de Jong
Heeft u vragen? Neemt u dan vrijblijvend contact met ons op. Wij helpen u graag verder.
Via het contact formulier aanvraag gratis consult kunt u contact opnemen met de auteur van de publicatie. Het contact opnemen is gratis en verplicht u tot niets. De specialist zal zelf aangeven vanaf wanneer de kosten gaan lopen en wat deze kosten zijn. Het beste kunt u de met de specialist afgesproken kosten laten vastleggen in een email of een offerte. Volgens de algemene voorwaarden van dit platform houdt onze dienstverlening daar op. Wij zullen je wel vragen het contact met de specialist te waarderen door middel van een e-mail met daarin 3 vragen. Hoe waardeer je het (professionele) contact met de specialist, hoe waardeer je het contact inhoudelijk op het gebied van kennis van zaken, hoe waardeer je de snelheid van handelen / leveren van de specialist. Deze drie scores houden wij bij op de profielpagina van de specialist in een anomiem gemiddeld cijfer / score voor deze specialist zodat anderen er gebruik van kunnen maken. Wij stellen uw feedback dan ook erg op prijs.