TERUG NAAR OVERZICHT PUBLICATIES
Aan de Tweede Kamer is begin september een voorstel gestuurd met aanpassingen in box 3. Voor 1,35 miljoen mensen is dit goed nieuws, want ze betalen straks helemaal geen belasting meer in box 3. Het uitgangspunt is ‘budgetneutraliteit’. Daarom gaan niet-spaarders juist méér betalen.
De nieuwe uitgangspunten vanaf 2022 kunnen voor grote verschillen in de uiteindelijke belastingheffing (en dus uw rendement) gaan zorgen in vergelijking met 2019.
Met de Kamerbrief ‘aanpassing box 3’ van 6 september 2019 is aan de Tweede Kamer een voorstel gestuurd met daarin diverse aanpassingen in box 3.In deze bijdrage zet ik eerst de verschillen tussen de huidige en de aangekondigde regeling van box 3 kort uiteen. Daarna volgt een schets van het te verwachten effect op het rendement, uitgesplitst naar het type belegger/belegging.
De werking van de huidige box 3 in het kort
In box 3 wordt inkomstenbelasting geheven over een forfaitair rendement. Forfaitair wil zeggen dat niet het daadwerkelijk behaalde rendement belast wordt, maar het rendement dat fiscaal geacht wordt te zijn behaald. Dit forfaitaire rendement wordt berekend over de fiscale grondslag. Van de fiscale grondslag zijn bepaalde bezittingen vrijgesteld, uitgezonderd of voor een waarde belast die afwijkt van de werkelijke ‘verkoopwaarde’.
Sinds 2017 wordt er voor de bepaling van het forfaitaire rendement onderscheid gemaakt tussen een spaardeel en een beleggingsdeel. De maximale heffing over vrij vermogen bedraagt 1,68% (boven circa € 1 miljoen).Voor zover beleggingen gefinancierd zijn, bedraagt de belastingheffing in box 3 nihil.
De voorgestelde wijzigingen vanaf 2022
Onder meer in rechtspraak kwam vaak aan de orde dat spaargeld met een laag rendement per saldo wel erg zwaar werd belast in verhouding tot de ontvangen rente. Inmiddels is door de wetgever voorgesteld om de box 3-heffing vanaf 2022 aan te passen, waarbij spaargeld grotendeels wordt ontzien.
De maximale heffing over spaargeld wordt: 0,03% (0,09% x 33%, afgerond).
De maximale heffing over overig belast bezit wordt: 1,75% (5,33% x 33%, afgerond).
Nieuw is dat voor zover beleggingen gefinancierd zijn, de heffing per saldo toch nog steeds maximaal 0,76% ((5,33% -/- 3,03%) x 33%, afgerond) bedraagt.
Vergelijking box 3-heffing in 2022 ten opzichte van 2019
Uitgangspunt bij de vergelijkingen 2022 t.o.v. 2019 is een alleenstaande man of vrouw met een vermogen in box 3 dat (na aftrek van schulden) precies € 1.500.000 waard is. Tot dusver maakt het (weinig) verschil waar het vermogen precies uit bestaat.
Dat gaat in 2022 dus veranderen. Fiscaal maakt het dan een enorm verschil voor welk deel van het vermogen wordt gespaard of belegd en of de bezittingen al dan niet zijn gefinancierd. Hierna bespreek ik een 5-tal situaties met de daarbij behorende gevolgen voor de box 3 -heffing en het effect op het rendement op het vermogen.
1. De ‘autofreak’: -/- 0,37% rendement
Deze levensgenieter bezit voor € 1.500.000 aan exclusieve sportauto’s, sieraden en kunst voor eigen gebruik. Hij heeft daarnaast beursaandelen met een waarde van € 750.000, en diverse schulden ter waarde van € 750.000.
Box 3 in 2019: € 0.
Box 3 vanaf 2022: € 5.560. Nadelig verschil in rendement 0,37%.
Toelichting berekening situatie 1
2019
2022
Verschil (rendement)
Waarde vermogen
€ 1.500.000
€ 1.500.000
Grondslag heffing box 3
€ 0
€ 16.850
Verschuldigde belasting
€ 0
€ 5.560
0,00 %
0,37 %
-/- 0,37 %
2. De spaarder: + 1,36% rendement
Het vermogen van deze spaarder staat uitsluitend op bankrekeningen en af en toe op een deposito. Zijn belastingheffing is al jaren hoger dan de rente. Procedures tegen de Belastingdienst hebben echter tot op heden geen positief effect gehad op zijn rendement.
Box 3 in 2019: € 20.738.
Box 3 vanaf 2022: € 314. Voordelig verschil in rendement 1,36%.
Toelichting berekening situatie 2
2019
2022
Verschil (rendement)
Waarde vermogen
€ 1.500.000
€ 1.500.000
Grondslag heffing box 3
€ 69.128
€ 950
Verschuldigde belasting
€ 20.738
€ 313
1,38 %
0,02 %
+ 1,36%
3. Tante Agaath: -/- 0,37% rendement
Tante Agaath is een voormalig onderneemster. Ze belegt uitsluitend nog in obligaties.
Ze leent geld uit aan startups, overheden en gerenommeerde MKB-bedrijven uit de regio.
Box 3 in 2019: € 20.738.
Box 3 vanaf 2022: € 26.251. Nadelig verschil in rendement 0,37%.
Toelichting berekening situatie 3
2019
2022
Verschil (rendement)
Waarde vermogen
€ 1.500.000
€ 1.500.000
Grondslag heffing box 3
€ 69.128
€ 79.550
Verschuldigde belasting
€ 20.738
€ 26.251
1,38 %
1,75 %
- 0,37%
4. Belegger in bedrijfsvastgoed: -/- 1,13% rendement
Het bedrijfsvastgoed is privé-eigendom en is getaxeerd op € 3.000.000. Dit is voor
€ 1.500.000 gefinancierd bij een bank.
Box 3 in 2019: € 20.738.
Box 3 vanaf 2022: € 37.637. Nadelig verschil in rendement 1,13%.
Toelichting berekening situatie 4
2019
2022
Verschil (rendement)
Waarde vermogen
€ 1.500.000
€ 1.500.000
Grondslag heffing box 3
€ 69.128
€ 114.050
Verschuldigde belasting
€ 20.738
€ 37.636
1,38 %
1,51 %
- 1,13%
5. Pandjesbaas: -/- 0,91% rendement
Privé-beleggen in verhuurde woningen is populair, kost relatief weinig inkomstenbelasting en biedt bovenal vaak een mooi vooruitzicht op waardestijging. Stel dat de taxatiewaarde van de woningen exact gelijk is aan de WOZ-waarde van € 3.000.000. Er is € 1.500.000 gefinancierd bij een bank. De jaarlijks te ontvangen kale huur bedraagt exact 4%.
Box 3 in 2019: € 3.861.
Box 3 vanaf 2022: € 17.586. Nadelig verschil in rendement 0,91%.
De belastingdruk bij deze variant blijft relatief beperkt tot 1,17% (€ 17.586 / € 1.500.000). De grondslag voor verhuurde woningen in box 3 is lager dan bij aandelen, obligaties en bedrijfsvastgoed vanwege de toepassing van de leegwaarderatio.
Toelichting berekening situatie 5
2019
2022
Verschil (rendement)
Waarde vermogen
€ 1.500.000
€ 1.500.000
Grondslag heffing box 3
€ 12.871
€ 53.288
Verschuldigde belasting
€ 3.861
€ 17.586
0,26 %
1,17 %
- 0,91%
DGA: let op bij geldleningen van eigen BV
Stel, een DGA heeft een bedrijfspand met een taxatiewaarde van € 1.500.000 geheel gefinancierd bij zijn eigen BV. Deze situatie is niet gelijk aan de varianten 1 tot en met 5 omdat de DGA geen € 1.500.000 privé-vermogen heeft, maar vermogen in de BV. Het wetsvoorstel box 3 heeft mogelijk eveneens effect op deze situaties.
De wetgever is voornemens om dergelijke schuldverhoudingen die op 31 december 2022 uitgaan boven € 500.000 als fictief regulier voordeel te belasten tegen 26,9% inkomstenbelasting (AB-heffing). Op Prinsjesdag is aangekondigd dat het definitieve wetsvoorstel ‘excessief lenen’ in het vierde kwartaal 2019 zal worden gepubliceerd.
Als er verder geen vermogen aanwezig is, dan bedraagt de heffing in box 3 in 2019: € 0. De waarde van het pand is immers gelijk aan de lening die daar tegenover staat. Het is van diverse factoren afhankelijk of de BV al dan niet vennootschapsbelasting verschuldigd is over die rente.
Heffing in box 3 en rendement vanaf 2022
Stel dat de DGA:
1. Geen actie onderneemt en de schuld aan zijn BV gewoon in stand laat.
Uiteindelijk is hij over het ‘excessieve deel’ van € 1.000.000 (€ 1.500.000 -/- € 500.000) dan € 269.000 AB-heffing verschuldigd. De schuld van € 1.500.000 blijft bestaan.
De schuld blijft gelijk aan de waarde van het pand. Door de gewijzigde wetssystematiek zal er vanaf 2022 toch belasting in box 3 zijn verschuldigd. Dit komt doordat schulden slechts voor 3,03% in aftrek komen in box 3 en de waarde van een bedrijfspand wordt voor 5,33% meegeteld in de grondslag.
2. Dividend uitkeert.
De schuld aan de BV vervalt in dat geval. De verschuldigde belasting in box 3 zal hierdoor véél hoger worden. De waarde van het pand wordt immers voor 5,33% meegeteld.
3. Het vastgoed inbrengt in de BV.
Niet de DGA, maar de BV bezit nu het bedrijfspand ter waarde van € 1.500.000.
De € 269.000 aan AB-heffing is niet verschuldigd. Deze overdracht kost echter eenmalig 6% overdrachtsbelasting. Een verhoging naar 7% is al aangekondigd op Prinsjesdag. Bovendien worden de huurinkomsten vervolgens belast in de BV.
Het box 3-effect blijft in deze situatie nihil. Deze variant legt minder druk op liquiditeiten ten opzichte van variant 1 en 2.
Tot slot
De rekenvoorbeelden laten zien dat het individuele effect op het rendement in veel situaties erg groot is. De nieuwe systematiek is vooral nadelig voor beleggers in aandelen, vastgoed en obligaties die (deels) zijn gefinancierd in privé.
Bankdeposito’s en overheidsobligaties kennen geen of uiterst beperkte rendementen. De fiscale verschillen tussen deze twee bezittingen worden opvallend groot doordat (overheids)obligaties buiten het wel erg gunstige tarief voor bankrekeningen/deposito’s vallen.
Specifiek de DGA met een lening van zijn eigen BV zal deze wijzigingen van heffing in box 3 bovendien ervaren als een extra sanctie naast het wetsvoorstel ‘excessief lenen’.
De vraag is of al deze verschillen niet onnodig groot zijn, gelet op het doel om spaarders een (klein) rendement te gunnen?
De kamerbrief betreft nog ‘slechts’ een aankondiging van een wetsvoorstel vanaf 2022.
In veel situaties is adequate fiscale planning nog mogelijk, evenals aanpassingen van het voorstel.
Indien u uw case wilt voorleggen, neem dan gerust contact met mij op.
Heeft u vragen? Neemt u dan vrijblijvend contact met ons op. Wij helpen u graag verder.
Via het contact formulier aanvraag gratis consult kunt u contact opnemen met de auteur van de publicatie. Het contact opnemen is gratis en verplicht u tot niets. De specialist zal zelf aangeven vanaf wanneer de kosten gaan lopen en wat deze kosten zijn. Het beste kunt u de met de specialist afgesproken kosten laten vastleggen in een email of een offerte. Volgens de algemene voorwaarden van dit platform houdt onze dienstverlening daar op. Wij zullen je wel vragen het contact met de specialist te waarderen door middel van een e-mail met daarin 3 vragen. Hoe waardeer je het (professionele) contact met de specialist, hoe waardeer je het contact inhoudelijk op het gebied van kennis van zaken, hoe waardeer je de snelheid van handelen / leveren van de specialist. Deze drie scores houden wij bij op de profielpagina van de specialist in een anomiem gemiddeld cijfer / score voor deze specialist zodat anderen er gebruik van kunnen maken. Wij stellen uw feedback dan ook erg op prijs.