Als partners een punt zetten achter hun relatie worden ze geconfronteerd met civiele en fiscale wetgeving. En dan zou het zo maar kunnen dat ze er achter komen dat civiele en fiscale regelingen niet altijd op elkaar aansluiten. Afhankelijk van aan wie ze dan hun vragen stellen, krijgen ze het civiele of het fiscale antwoord. Zo ook in de zaak die speelde voor Rechtbank Noord-Holland in april 2020. De civiele rechter geeft antwoord, maar is dat wel het volledige antwoord?
Hypotheekrente moet drukken voor recht op aftrek
Rechtbank Noord-Holland heeft op 22 april 2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:3126, een uitspraak gedaan over de financiële afwikkeling van een relatie die al sinds 1 januari 2016 verbroken is. Partijen hebben op dat moment een gezamenlijke woning met een daarop rustende hypotheek. De man heeft op 1 januari 2016 de woning verlaten, maar heeft zich niet overgeschreven naar een nieuw adres. En ondanks dat hij niet meer in de woning woonde én ook niet meer bijdroeg in de hypotheeklasten, heeft hij wel al die tijd de fiscale aftrek geclaimd.
De vrouw wil nu alsnog dat de woning op haar naam komt te staan. Daarnaast wil ze dat de man alsnog zijn aandeel in de hypotheeklasten voldoet. De man stelt daar tegenover dat de vrouw al die tijd ook in zijn helft van de woning heeft gewoond zonder daar een vergoeding voor te betalen. De rechtbank lost dit eenvoudig op door de hypotheeklasten en de gebruiksvergoeding tegen elkaar weg te strepen waardoor ze op dit punt niets meer van elkaar te vorderen hebben.
Om hypotheekrenteaftrek te kunnen genieten moeten deze kosten drukken op de belastingplichtige. De vraag is dan wellicht of de hypotheekrente wel drukt als de man hetzelfde bedrag ontvangt in de vorm van een gebruiksvergoeding. Zolang voldoende duidelijk is dat de betaling van de vrouw een gebruiksvergoeding is en geen vergoeding specifiek voor de door de man te betalen hypotheekrente, mag deze regeling geen problemen opleveren. De man behoudt dan in principe zijn deel van de hypotheekrenteaftrek, alhoewel ook wel eens anders is geoordeeld (zie uitspraak Gerechtshof Leeuwarden 2 september 2005, ECLI:NL:GHLEE:2005:AU2102).
En de fiscale teruggave vanwege de hypotheekrenteaftrek dan?
Aanvullend bepaalt de rechtbank nog dat de fiscale teruggave vanwege de hypotheekrenteaftrek die de man al die tijd heeft geclaimd en ontvangen, aan de vrouw moet toekomen. Hier zit dan toch iets raars in. Op het moment dat je gaat praten over een gebruiksvergoeding dan ga je er vanuit dat iemand gebruik maakt van iets dat niet van hem of haar is. Als je die lijn doortrekt naar de teruggave inkomstenbelasting, dan komt de teruggave van de man niet aan de vrouw toe. Zij heeft tenslotte een half huis en dan ook een halve hypotheek waarvoor zij recht heeft op renteaftrek. Voor de andere helft van het huis betaalt zij volgens de oplossing van de rechtbank een gebruiksvergoeding en geen hypotheekrente. Dus al zou ze wel hypotheekrente betalen, dan is het nog steeds zijn helft van de woning. De betaalde hypotheekrente voor zijn deel kan dan nooit bij haar aftrekbaar zijn en dus heeft ze daarvoor ook geen recht op een teruggave inkomstenbelasting.
Blijkbaar vindt de rechtbank dat als de teruggave inkomstenbelasting ergens moet thuishoren, dat dat dan in ieder geval niet bij de man is. Waar ik gevoelsmatig wel in mee kan gaan omdat de man al meer dan 4 jaar niet meer in de woning woont en niet heeft meebetaald aan de hypotheekrente. Voor het fiscaal partnerschap heeft de wetgever een bewuste keuze gemaakt om aan te sluiten bij de inschrijving in de Basisregistratie Personen omdat feitelijke verhuizingen heel lastig te controleren zijn. En de man staat nog steeds ingeschreven op dit adres. Voor de eigen woning geldt echter dat de woning als hoofdverblijf ter beschikking moet staan op grond van het eigendomsrecht en dat is hier niet met droge ogen vol te houden nu de man al geruime tijd elders woont.
Ook goed om te weten …
In de uitspraak zitten nog twee interessante punten verstopt.
De vrouw vindt dat de gebruiksvergoeding die zij aan de man verschuldigd is, te hoog is ten opzichte van de waarde van de woning. De rechtbank neemt in haar overweging echter mee dat de man een deel van de koopsom van de woning uit eigen vermogen heeft voldaan, terwijl eventuele overwaarde bij helfte wordt verdeeld. Met alles wat de man te berde heeft gebracht als ware de vrouw dat nog aan hem verschuldigd (goed voor bijna € 50.000), is dit punt niet aan de orde geweest in de uitspraak van de rechtbank. Uiteindelijk krijgt de man van zijn vordering nog maar zo’n € 5.500, hoofdzakelijk omdat hij zijn vordering niet goed heeft onderbouwd. Mogelijk zegt dat ook iets over de reden om het vergoedingsrecht ten aanzien van het deel van de koopsom van de woning dat hij uit eigen vermogen heeft voldaan, niet in te brengen in de rechtszaak. De man lijkt niet zo goed te zijn in administreren.
Daarnaast doet de vrouw ter zake van de vordering van bijna € 50.000 die de man op haar zegt te hebben, een beroep op een natuurlijke verbintenis. Omdat zij het laagste inkomen heeft van beiden, vindt de vrouw het niet meer dan redelijk dat hij ook na zijn vertrek nog een aantal kosten voor zijn rekening neemt. De rechtbank oordeelt dat hier géén sprake is van een natuurlijk verbintenis. Juist in (echt)scheidingsconvenanten wordt nog al eens een beroep gedaan op de aanwezigheid van een natuurlijke verbintenis. Uit de jurisprudentie blijkt echter dat het al dan niet aanwezig zijn van een natuurlijke verbintenis heel feitelijk is. Wat vergelijkbaar lijkt, wordt niet zonder meer vergelijkbaar beoordeeld. Meestal mislukt een beroep op de aanwezigheid van een natuurlijke verbintenis dan ook, net zoals in deze zaak.
Civiele en fiscale wetgeving sluiten niet altijd op elkaar aan
Civiele en fiscale wetgeving sluit niet altijd op elkaar aan. Soms sluiten zelfs vergelijkbare regelingen tussen verschillende fiscale wetten niet aan. Toch is dit iets waarmee u of uw cliënt op onverwachte momenten geconfronteerd kan worden. Juist in het proces van een echtscheiding luistert het in kaart brengen van civiele én fiscale gevolgen nauw.
Wordt uw cliënt geconfronteerd met een echtscheiding? Denk dan niet alleen aan een advocaat en/of mediator, maar onderschat ook de fiscale impact niet. Neem vrijblijvend contact op voor een eerste fiscale beoordeling van de situatie.
Heeft u vragen? Neemt u dan vrijblijvend contact met ons op. Wij helpen u graag verder.
Via het contact formulier aanvraag gratis consult kunt u contact opnemen met de auteur van de publicatie. Het contact opnemen is gratis en verplicht u tot niets. De specialist zal zelf aangeven vanaf wanneer de kosten gaan lopen en wat deze kosten zijn. Het beste kunt u de met de specialist afgesproken kosten laten vastleggen in een email of een offerte. Volgens de algemene voorwaarden van dit platform houdt onze dienstverlening daar op. Wij zullen je wel vragen het contact met de specialist te waarderen door middel van een e-mail met daarin 3 vragen. Hoe waardeer je het (professionele) contact met de specialist, hoe waardeer je het contact inhoudelijk op het gebied van kennis van zaken, hoe waardeer je de snelheid van handelen / leveren van de specialist. Deze drie scores houden wij bij op de profielpagina van de specialist in een anomiem gemiddeld cijfer / score voor deze specialist zodat anderen er gebruik van kunnen maken. Wij stellen uw feedback dan ook erg op prijs.
uitgelicht
MKB Mastermind
Bewezen groei programma's voor ZZP- en MKB ondernemers.